Huurrecht woonruimte

Onder het begrip “woonruimte” vallen zelfstandige, maar ook onzelfstandige woningen. Bij zelfstandige woonruimte is sprake van een eigen toegang en geen afhankelijkheid van elementaire voorzieningen als gas, water en elektra buiten de woning. Een voorbeeld van een onzelfstandige woonruimte is bijvoorbeeld een gehuurde kamer.

De wet gaat uit van een sterke huurbescherming voor huurders en bevat daarom veel dwingende bepalingen op het gebied van huurtermijnen, het opzeggen van de huurovereenkomst en het onderhoud van de woning. Van die bepalingen mag de verhuurder niet ten nadele van de huurder afwijken.

Meest voorkomende onderwerpen in de praktijk zijn:

  1. Huuropzegging;
  2. Huurachterstand;
  3. Overlast;
  4. Achterstallig onderhoud en overige gebreken;
  5. Voorzetting van de huur na overlijden van een partner.

In het huurrecht valt het aan te raden zo vroeg mogelijk een advocaat in te schakelen om u te laten voorlichten over uw rechtspositie en de mogelijkheden die de wet u in bepaalde gevallen biedt. Dit kan een hoop toekomstige zorgen voorkomen. Zeker in het “huurrecht woonruimten” kan het niet nemen van tijdige en/of juiste actie aanzienlijke en ingrijpende gevolgen hebben, waaronder een gedwongen huisuitzetting door een deurwaarder.