Toch PTSS met dienstverband bij Libanon veteraan volgens de Centrale Raad van Beroep

De bijzondere zorgplicht van defensie geeft aan dat defensie in geval van PTSS, bij twijfel of er sprake is van invaliditeit met dienstverband, ‘ruimhartig’ moet omgaan met het toekennen van causaliteit en de toeberekening. Helaas blijkt dit in de praktijk een loze opmerking. (PTSS WIA IP protocol, blz.34)

De ervaring leert dat defensie liever eindeloos (medische) procedures lijkt te rekken en daarmee de man of vrouw feitelijk medisch belet om de juiste hulp/behandeling te krijgen, dan om ‘ruimhartig’ invulling te geven aan haar eigen regelgeving.

Indien de staatsecretaris na een medisch onderzoek tot de conclusie komt dat er geen sprake is van invaliditeit met dienstverband, dan is het volgens vaste jurisprudentie aan de verzoeker om dit gemotiveerd in twijfel te trekken. Hij moet als het ware ‘twijfel zaaien’.

Zo ook in de zaak van deze oud-militair en Libanon veteraan, die al sinds 2016 (!) vocht voor zijn ‘gelijk’.

Niet eerder zag ik een drietal (!) tegenexpertises worden losgelaten op de afwijzing door defensie. Bij het laatste tegenonderzoek vlogen zelfs de beschuldigingen van partijdigheid richting de psychiater die het onderzoek uitvoerde en tot de onderbouwde slotsom kwam dat er wel degelijk sprake was van PTSS met dienstverband.

De rapporterende psychiater onderbouwde alle bevindingen en toen bleef er voor defensie niet veel meer over dan (schoorvoetend) toegeven dat deze psychiater misschien toch wel gelijk had! Voor defensie voelt toegeven kennelijk als ‘verliezen’, dus uiteindelijk moest de Centrale Raad van Beroep toch een uitspraak doen.

Als advocaat zie ik echter met lede ogen wat voor schade het aan deze oud-militair en zijn gezin heeft toegebracht en door wat voor (persoonlijke) ellende hij moest gaan om zijn ‘gelijk/erkenning’ te krijgen.

De staatssecretaris krijgt nu nog een kans om de zaak tot een net einde te brengen. Ik ben benieuwd.

U bent geïnformeerd en gewaarschuwd!

Hein Dudink/Advocaat

Lees meer

Stichting SODA

Regelmatig worden mij vragen gesteld of er aan de Stichting Overlast Donatie Amsterdam (SODA), € 181,- aan schadevergoeding moet worden betaald als iemand bijvoorbeeld iets uit een supermarkt heeft meegenomen zonder te betalen. Of dat diefstal was of een bejaarde die vergeet af te rekenen, laat ik hierbij in het midden. Dat SODA eveneens dreigt met een incassobureau en bijkomende kosten doet daar eveneens niet aan af, want uiteindelijk zal een rechter over de vordering moeten beslissen.

SODA is daarbij een no-cure no-pay organisatie en berekent een percentage van de opbrengst voor haarzelf.

Zij heeft een standaard schadebedrag voor winkeldiefstal als volgt vastgesteld:

Handeling Tijd in min Uurtarief Totaal:

  1. Observeren, aanspreken en aanhouden verdachte 15 € 82,72 € 20,68
  2. Ophouden van de verdachte en alarmeren van de politie 30 € 82,72 € 41,36
  3. Assisteren bij het ophouden door een winkelmedewerker 30 € 53,81 € 41,36
  4. Overdragen van de verdachte aan de politie 15 € 82,72 € 26,59
  5. Diverse communicatie en administratie

(het doen van aangifte, terugzoeken van videobeelden, afboeken van gestolen of defecte artikelen, administreren van de ontvangst, archivering, beantwoorden vragen politie) 30 € 82,72 € 20,68

Subtotaal 150,67

BTW 21% 31,64

Subtotaal 182,31

Afgerond tarief 181,-

Voor de handelingen onder A, B, D en E is het tarief van een assistent- bedrijfsleider gehanteerd en voor de handeling onder C het tarief van een winkelmedewerker.

De rechter zal bovenstaande wegen voordat de vordering zal worden toe- of afgewezen.

U bent gewaarschuwd en geïnformeerd!

Hein Dudink/Advocaat

Lees meer

Mr. Big methode

Den Haag, 16 februari 2022

Het gerechtshof Den Haag heeft op 16 februari 2022 de verdachte Wim S. van de moord op zijn vriendin in Kaatsheuvel vrijgesproken. De zaak was door de Hoge Raad verwezen naar het Haagse hof. Het hof acht wat aan de verdachte tenlastegelegd is niet wettig en overtuigend bewezen.

In deze zaak wordt Wim S. verdacht van de moord op zijn vriendin in 2010 te Kaatsheuvel. Hij heeft in 2014 de moord bekend tegenover undercoveragenten. Daarbij maakte de politie gebruik van de zogenaamde mr. Big methode. Het hof ’s-Hertogenbosch heeft in 2018 de moord bewezen verklaard en de verdachte tot 20 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Het hof ’s-Hertogenbosch heeft de bekentenis voor het bewijs gebruikt. De Hoge Raad heeft deze beslissing in 2019 vernietigd. Volgens de Hoge Raad had het hof onvoldoende aandacht besteed aan de vraag of de verklaringsvrijheid van de verdachte was geschonden. Dat aspect is van belang, omdat undercoveragenten bij de mr. Big methode (psychische) druk op een verdachte leggen om een bekentenis af te leggen. Het gerechtshof Den Haag heeft de zaak opnieuw behandeld en gaat in zijn uitspraak nader in op de verklaringsvrijheid en de mr. Big methode. Daarnaast bespreekt het hof of er overig voldoende bewijs is om tot een bewezenverklaring te komen.

Het Haagse hof heeft vandaag geoordeeld dat de undercoveragenten onvoldoende nauwkeurig hebben beschreven welke mondelinge communicatie met de verdachte heeft plaatsgevonden. Een en ander heeft tot gevolg dat het voor het hof niet goed mogelijk is om op basis van de door hen opgemaakte processen-verbaal te beoordelen in hoeverre (psychische) druk op de verdachte is uitgeoefend en in welke mate de verdachte is misleid. Daarmee kan evenmin worden beoordeeld of de verklaringsvrijheid van de verdachte bij het afleggen van zijn bekentenis is aangetast. Daarnaast heeft het hof kennisgenomen van de bevindingen van rechtspsycholoog Rassin. Hij heeft in opdracht van het hof onderzoek gedaan naar het risico op het afleggen van een valse bekentenis in deze zaak. Hij is nader ingegaan op de positie waarin de verdachte zich tijdens het undercovertraject bevond. De verdachte was een goede baan in het vooruitzicht gesteld. Ook zouden de undercoveragenten een ander kunnen laten opdraaien voor de moord als de verdachte bekende. Rassin heeft geconcludeerd dat de positie waarin de verdachte verkeerde een substantieel risico vormt op het afleggen van een valse bekentenis. Het hof acht het op grond van de bevindingen van Rassin aannemelijk dat de verdachte zijn verklaring niet in vrijheid heeft kunnen afleggen. Op grond van dit alles concludeert het hof dat de bekennende verklaring niet voor het bewijs kan worden gebruikt.

Voor het overige heeft het hof acht geslagen op de bevindingen van (nader) onderzoek naar DNA-sporen en andere sporen op de plaats delict, zoals vingerafdrukken en schoensporen en deze bevindingen afgezet tegen twee elkaar uitsluitende scenario’s, te weten I) de verdachte is de schuldige en II) één of meer onbekende derden zijn schuldig aan de dood van het slachtoffer. Het hof is tot het oordeel gekomen dat bij weging van beide scenario’s de bevindingen, die belastend zijn voor de verdachte, niet overtuigend zwaarder wegen dan de bevindingen, waaruit zijn onschuld blijkt. Het tenlastegelegde kan als gevolg hiervan niet wettig en overtuigend worden bewezen en het hof spreekt de verdachte daarom vrij.

Het is in deze zaak van belang om te beseffen dat de politie/OM echt alles en iedereen inzetten om maar een bekentenis te krijgen en daarmee een veroordeling. In dit geval kwam die veroordeling er ook en werd Wim S. tot 20 jaar veroordeeld! Pas nadat de Hoge Raad ingreep en het Hof Den Haag vervolgens naar het overige bewijs ging kijken, kwam het tot een vrijspraak.

Let op dat de Hoge Raad de meeste cassatiezaken met een artikel 80a Wet RO afwijst/afdoet. Deze zaak is dus een uitzondering en laat zien dat pas achteraf wordt onderzocht of en op welke wijze er sprake is geweest van; inzet van undercover agenten, slecht/onjuist opgestelde PV’s en/of de verdachte door de undercoveragenten is voorgelogen. Dat laatste leidt inmiddels niet meer tot een niet-ontvankelijkheid van het OM, maar dat dit ‘bewijs’ niet meer door de rechter als bewijs voor een veroordeling kan/mag worden gebruikt! Uit meerdere strafzaken blijkt dat het OM/politie deze methode gewoon blijven gebruiken!

Let dus altijd goed op met wie u praat!

U bent bij deze gewaarschuwd en geïnformeerd!

Hein Dudink/Advocaat

Lees meer

In beslag genomen voertuig uit België voor de eigenaar weer teruggehaald.

Wat was hier allemaal aan de hand? Ik werd benaderd door een eigenaar die zijn auto had uitgeleend aan iemand die vervolgens in België werd aangehouden en waarbij het voertuig in beslag werd genomen.

Na de vervolging en veroordeling van deze persoon, stond het voertuig nog steeds in de opslag in België, terwijl de kosten in Nederland voor de eigenaar gewoon doorliepen. Wat te doen als bijvoorbeeld de APK verloopt?

Na overleg met een bevriend advocatenkantoor in België, lukte het uiteindelijk om de auto ‘vrij’ te krijgen van het Belgische Openbare Ministerie en kon de eigenaar zijn auto uit de opslag ophalen.

Vorenstaande geeft al aan dat Nederlands gekentekende voertuigen die in het buitenland in beslag worden genomen, terwijl zij door de eigenaar zijn verhuurd, uitgeleend aan bekenden etc., een heleboel financiële en juridische ellende met zich mee kunnen brengen. In Nederland is dat eigenlijk niet veel anders.

Het lijkt dus simpel om deze voertuigen terug te halen voor de eigenaar, maar de wet- en regelgeving in de EU-lidstaten zijn – niet – hetzelfde en dus is het per definitie niet simpel.

U bent gewaarschuwd en geïnformeerd!

Hein Dudink/Advocaat

Lees meer

Zonder WOK op reis…

Hallo Hein, nog even een groet van af de Noordkaap, Noorwegen.

Dankzij jou hulp heb ik mijn Chopper weer on the road!

Nog steeds 1000x dank!!!

Gr. Perry

 

Lees meer

Hogere schadevergoeding voor minderjarige die onterecht in de cel zat.

In deze zaak kreeg een minderjarige tijdens een (groeps)mishandeling een stuk straattegel tegen zijn hoofd, waarna hij duizelig werd en op straat ging zitten. De politie trof hem zo aan en nam hem mee als verdachte en zette hem drie nachten in de cel.

Bij de rechtbank Haarlem werd deze zeer jonge minderjarige veroordeeld en bij het Hof Amsterdam werd hij in hoger beroep ontslagen van alle rechtsvervolging (ovar). Een soort vrijspraak, maar dan anders…

Het uitgangspunt bij minderjarigen is echter dat zij – niet – de cel ingaan, tenzij… De politie besloot anders en gaf hem zelfs geen medische hulp gedurende de tijd dat hij in de cel zat. Er kwam bloed uit zijn oor en hij was duizelig, dan dient er toch wel beter te worden gekeken.

Gezien de ovar (/vrijspraak), verzocht ik op grond van artikel 530/533 Strafvordering om een hogere vergoeding voor deze dagen dat de zeer jonge minderjarige ten onrechte in de cel had gezeten. En wel met een heffingsfactor 2.
Het Openbaar Ministerie stribbelde uiteraard tegen, maar het Hof volgde mijn redenering en kwam de minderjarige tegemoet met een heffingsfactor 1,5.

Een goed signaal van het Hof Amsterdam naar de politie toe en naar de minderjarige!

U bent gewaarschuwd en geïnformeerd!

Hein Dudink/Advocaat

Lees meer

Actualiteiten Strafrecht anno 2022

Iedere Nederlander wordt geacht zich aan de wet te houden. Uw veroordeling als u dat niet doet, volgt meestal een op een. Rechters zijn dan behoorlijk rechtlijnig wat de wet betreft. Op zich is daar niets op tegen. Dat is hun taak.
Maar wat als het opsporingsapparaat (OM) zelf de wet (bewust) overtreedt, dan wel naar hun hand zet? Hoe rechtlijnig passen diezelfde rechters dan de wet toe?
In de afgelopen jaren bleek dat het opsporingsapparaat met wel heel veel weg te komen en ook de wet en internationale verdragen steeds meer naar hun hand weten te zetten. Rechter Hans Hofhuis, rechter in de Lucia de Berk zaak, schreef daar reeds op 16 oktober 2016 een alarmerend stuk over in het NRC.

De juridische ‘trukendoos’ van het OM anno 2022:

1. ‘Vrijwillig’ verschenen niet aangehouden verdachte op het politiebureau.

De Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad gaf jaren geleden reeds aan dat als u ‘vrijwillig’ en zonder advocaat naar het politiebureau gaat, u had moeten begrijpen dat het niet over ‘koetjes of kalfjes’ zou gaan.
De ‘juridische truc’ van het OM zit er namelijk in dat namelijk ‘vrijwillig’ naar het politiebureau gaat, u juridisch niet bent aangehouden. Dat aanhouden heeft namelijk wél wettelijke gevolgen en er volgt rechtsbescherming uit volgens de Salduz en Panovits uitspraken van het EHRM. Maar die uitspraken wil men in Nederland graag omzeilen.

Volgens de Hoge Raad is die rechtsbescherming als u vrijwillig naar het politiebureau gaat dus niet op u van toepassing! Uiteraard zal 95% van Nederland die nuance niet begrijpen, omdat de agent die u belt, er nog even bij zegt dat als u niet komt, hij u komt halen. Tot zover het vrijwillig verschijnen. (ECLI:NL:PHR:2013:CA2555 en HR 9 november 2010, LJN BN7727, NJ 2010/615).

Let op! Bovenstaande eerste contact met het opsporingsapparaat en de daarbij afgelegde verklaring vormt in bijna alle gevallen wel de grondslag voor de rechter om u te veroordelen. Het later klagen over de wijze waarop en dat de uitwerking niet klopt etc. is dus redelijk zinloos.

Ga dus nooit zonder advocaat naar het politiebureau!

Wat is er eigenlijk toegestaan tijdens het verhoor?

2. Is liegen tijdens het verhoor toegestaan?

Ja, dat mag. De Hoge Raad heeft zich namelijk reeds uitgelaten over de inzet van de zogeheten ‘ruisstrategie’ als opsporingsmethode.
Deze strategie houdt in dat de politie een verdachte bewust van onjuiste informatie voorziet, in de hoop dat deze als gevolg daarvan een verklaring aflegt of handelingen verricht waaruit bruikbare informatie naar voren komt- zoals het voeren van telefoongesprekken met derden, of het uitvoeren van specifieke zoekslagen op het internet.
Het OM geeft daarbij aan dat het niet meer dan een ‘beperkte inbreuk’ is op de grondrechten van verdachte en komt er mee weg. (ECLI:NL:HR:2018:18, Hoge Raad, 16/04441)

3. Bedreigen van de verdachte?

Ja, dat mag ook. Verbalisant in een opgenomen verhoor welke door het OM zelf werd uitgewerkt uit het onderzoek ‘Doussie’ te Rotterdam zegt letterlijk tegen een verdachte;
V: Nee, maar er zijn, Nee, er zijn twee dingen,…. Wij doen aan een onderzoek. Binnen een onderzoek doen we aan waarheidsvinding… Ehm.. wij kunnen natuurlijk ook een bepaalde richting op gaan, wat niet echt waarheid hoeft te zijn’.
De rechtbank Rotterdam achtte dit toelaatbaar en gebruikte het proces-verbaal gewoon om tot een veroordeling te komen.

4. Binnentreding in een woning zonder toestemming?

Bij een cliënt in Noord-Brabant, werd tot twee keer toe (!) op een dag door een slordige 20 man politie en brandweer toegang verschaft tot het perceel en de woning.
Hier is een wet voor, namelijk de Algemene wet op het binnentreden (Awbi). Voor de woning moet het OM toestemming vragen aan de Rechter Commissaris (RC). Maar als je dat als OM simpelweg niet doet, krijg je onderstaande (integrale) correspondentie als advocaat met het Kabinet RC.

Mijn kabinet heeft in 2016 geen enkele bemoeienis gehad in de door u gememoreerde doorzoeking. Er is nimmer aan een rechter-commissaris werkzaam in het arrondissement Oost-Brabant een vordering tot doorzoeking gedaan.
Het enige waar mijn kabinet over beschikt is uw schrijven van 2 februari 2017 en de per mail daarop namens de officier van justitie mr… door de stafjurist mr…. gegeven reactie van 6 februari 2017. De tekst van die reactie heb ik integraal in mijn eerder aan u gericht schrijven van 7 februari 2017 opgenomen.
Ik beschik derhalve over geen enkel (proces)stuk en draag geen wetenschap van de volgens u de facto plaatsgevonden hebbende doorzoeking van een loods en woning. Voor doorzoeking van een loods heeft de officier van justitie een eigen bevoegdheid en voor een doorzoeking van een woning dient (indien er door verdachte geen toestemming wordt gegeven) een vordering te worden gedaan aan de rechter-commissaris.
Nogmaals een dergelijke vordering is bij mijn kabinet niet gedaan. U stelt dat er geen toestemming tot doorzoeking van de woning zou zijn gegeven maar bij gebrek aan enig (proces) stuk kan ik daar verder niets mee op dit moment.
Artikel 30 Sv. spreekt ook duidelijk over “de verdachte”. Uit uw schrijven en de reactie namens de officier van justitie meen ik op te mogen maken dat uw cliënt thans geen verdachte meer zou zijn, reden waarom er thans voor mij als rechter-commissaris in de strafrechtelijke keten geen taak is weg gelegd.

Als de rechter het niet (achteraf) wil controleren, dan is de Awbi inhoudsloos geworden. Er zijn landen die deze wetgeving niet hebben, daar werkt het dus net zo.

5. Inzet bijzondere opsporingsmethoden, zoals peilbakens onder auto’s?

Indien er bakens onder auto’s van verdachten worden geplaatst door de politie, dan zijn daar in een rechtsstaat natuurlijk regels voor. Onder andere geeft artikel 126g Wetboek van Strafvordering (Sv) aan dat er een machtiging van de Officier van Justitie is vereist. In een zaak verklaart een verbalisant eerst nadat het hem is gevraagd;
‘En ter ondersteuning de door hem in gebruik zijnde …. met het kenteken …. , te voorzien van een niet geregistreerd baken’.
Dus zonder toestemming en zonder verdere controle op de inzet!
Zaak is aangehouden en er is nooit meer van de zaak gehoord…

6. Valselijk opmaken verslag van binnentreding?

In artikel 10 Awbi, staat onder andere aangegeven dat degene die zonder toestemming van de bewoner in een woning is binnengetreden, op zijn ambtseed of -belofte een schriftelijk verslag opmaakt omtrent het binnentreden.
In de reeds bovengenoemde zaak, kon er niet meer worden ontkent dat er (n)iemand was geweest, er was namelijk een deur geforceerd. Maar vervolgens maakt een politieverbalisant onder het toeziend oog van een beveiligingscamera een schriftelijke verklaring op (neutraal papier), maar let nu op; ‘namens een medewerker van de gemeente’. Hij tekent vervolgens ook namens die onbekende gemeente ambtenaar. Alles staat op camera! Oeps, even de camera niet gezien…
Zaak is aangehouden en er is nooit meer iets van gehoord…

7. Stelselmatige (jarenlange) observatie van een verdachte, zonder wettelijke grondslag, mag dat?

De wettelijke grondslag voor het inzetten van een stelselmatige observatie is art. 126g Sv., voor misdrijven in het algemeen en art. 126o Sv. voor misdrijven in georganiseerd verband gepleegd of beraamd met ernstige inbreuk op de rechtsorde. (HR 13 november 2012, LJN: BW9338)
In de reeds bovengenoemde zaak werd een (kennelijke) verdachte – jarenlang – geobserveerd. Hij werd daarbij diverse keren aan de kant gezet op grond van de Wegenverkeerswet met een ‘vaag’ verhaal, waarbij tijdens een van die aanhoudingen de gelegenheid werd gebruikt om een peilbaken in zijn auto te bouwen. Van dit alles werd uiteraard niets op papier gezet, oftewel geverbaliseerd en er was uiteraard formeel geen toestemming.
De Hoge Raad vindt het allemaal prima en heeft reeds aangegeven dat; ‘de enkele omstandigheid dat de aard, duur en intensiteit van observaties bij gebreke van behoorlijke verslaglegging niet kan worden gecontroleerd, wettigt niet de gevolgtrekking dat i.c. een ernstige inbreuk is gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde en daardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van verdachte tekort is gedaan aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak.’ (ECLI:NL:HR:2012:BW9338 en HR LJN AM2533)
Tot zo ver de overtredingen van de artt. 126g Sv. en art. 126o Sv.
De Hoge Raad vindt alle wetsovertredingen van de politie dus prima, maar uiteraard niet die van U!

8. Proces-verbaal aangepast door anderen/derden dan de verbalisant die op ambtseed ondertekent, kan dat?

Ja hoor, dan kan ook. Maar let op! In artikel 344 lid 2 Sv staat namelijk specifiek aangegeven dat een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar extra bewijskracht heeft en door de rechter als bewijs kan worden gebruikt dat de verdachte het tenlastegelegde heeft gepleegd.
In een strafzaak waarbij de verdachte tot een gevangenisstraf met TBS werd veroordeeld, bleek eerst in hoger beroep dat de cruciale processen-verbaal van drie verbalisanten door een ‘derde’ werden aangepast en dat deze verbalisanten tezamen in een ruimte het proces-verbaal hadden opgesteld en onderling hadden afgestemd zodat het allemaal ‘klopte’.
De ‘derde’ verbalisant kwam daarvoor speciaal van huis en paste op het politiebureau alle processen verbaal aan, voordat deze door de verbalisanten zelf op ambtseed werden ondertekend. Hij ondertekende zelf niet mee en was daardoor uit het zicht gebleven.
Zoals de politie zelf al aangeeft; ‘Met een goed PV, daar vang je boeven mee’… (Kwaliteitsprogramma Politie-OM Den Haag)
Zaak loopt in HB, maar het zal wel worden afgedaan op de volgende volzin dat het; ‘wettigt niet de gevolgtrekking dat i.c. een ernstige inbreuk is gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde en daardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van verdachte tekort is gedaan aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak’.

9. Geheugenverlies verbalisanten, is daar een termijn voor?

Het meest stuitende is eigenlijk wel het geheugenverlies van opsporingsambtenaren zelf. Ook rechters zie je soms de wenkbrauwen fronsen als agenten aangeven dat zij zich acht (8!) weken later, al niets meer kunnen herinneren van die ene (!) aanhouding (minderjarige) die avond. Waarbij de ouders ook nog werden gebeld om hun kind op te halen.
Maar iedereen in het strafrechtelijke traject vindt het wel vreemd als u als verdachte zich niet meer kunt herinneren wat u 12 jaar geleden op 12 september om 16:00 uur aan de spoorlijn exact tegen iemand heeft gezegd! Zeker in zedenzaken. Dan krijgt u het verwijt dat u bij zo’n specifieke gebeurtenis het echt had moeten onthouden!
U kunt overigens beter zwijgen dan fout/onjuist bij de politie verklaren!

10. Telefoon inleveren aan de politie voor nader onderzoek, verstandig?

De politie vordert uw telefoon voor onderzoek, of u levert hem zelf in om uw onschuld aan te tonen. Nooit doen en dus ook nooit meenemen naar het politiebureau! De politie gebruikt namelijk – illegale Chinese software – om uw telefoon te ‘hacken’ zodat Sociale Media etc. kunnen worden uitgelezen. De telefoon wil bij dat ‘hacken’ nog wel eens vastlopen en gaat dan terug naar de fabrieksinstellingen, waardoor alle info die u hadden kunnen ontlasten, wordt gewist.
Dan kunt u achteraf zelf ter verdediging helemaal niets meer aantonen en de verbalisant zegt in een proces-verbaal gewoon ‘sorry’.
In een zedenzaak gebeurde dit en de man die dus meewerkte door zijn telefoon in te leveren, werd later door de rechtbank te Arnhem gewoon veroordeeld tot een gevangenisstraf. Hoewel er ooit een soort ‘onschuldspresumptie’ in Nederland was, kun je door geklungel van de politie niet eens meer je onschuld aantonen. En ook het meewerken werd uiteindelijk dus niet in het voordeel van deze verdachte uitgelegd.
Zaak loopt in HB, maar hoewel de verbalisant die de telefoon ‘hackte’ waardoor de telefoon crashte nota bene werd gewaarschuwd door het OS-systeem van de telefoon, zal het naar alle waarschijnlijkheid worden afgedaan op de volgende bekende volzin dat het; ‘wettigt niet de gevolgtrekking dat i.c. een ernstige inbreuk is gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde en daardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van verdachte tekort is gedaan aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak’.
Voorkom bovenstaande en neem dus – nooit – Uw telefoon mee naar het politiebureau en/of lever hem spontaan in!

11. Is er bewijs nodig om uw geld te ontnemen?

Het Hof Den Bosch stelde in de ontnemingsvordering van het OM het wederrechtelijk verkregen voordeel vast door middel van een schatting op € 180.000,00 en legde de betrokkene de verplichting op tot betaling aan de Staat voor dat bedrag. Dus dat was slechts op basis van een ‘schatting’! De ontneming werd dus toegewezen op een ‘schatting/veronderstelling’. Ook nog eens op basis van feiten die niet eens ten laste werden gelegd en waarvoor hij niet eens werd vervolgd of veroordeeld. De Hoge Raad zelf op 11 mei 2021, (ECLI:NL:HR:2021:686).

‘Op grond van artikel 36e lid 2 Sr kan een ontnemingsmaatregel mede betrekking hebben op het voordeel dat de betrokkene heeft verkregen door middel van of uit de baten van andere strafbare feiten waaromtrent “voldoende aanwijzingen” bestaan dat deze door de betrokkene zijn begaan. De in artikel 36e lid 2 Sr bedoelde “voldoende aanwijzingen” mogen niet door de rechter worden aangenomen indien niet buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat andere strafbare feiten door de betrokkene zijn begaan. Tevens behoort de betrokkene de gelegenheid te hebben aan te (doen) voeren dat en waarom er onvoldoende aanwijzingen bestaan dat andere strafbare feiten door hem zijn begaan. (Vgl. HR 29 september 2020, ECLI:NL:HR:2020:1523.)’

Maar dan repareert de Hoge Raad dat probleem (in het derde lid), of neemt die vervelende laatste hobbel, door de ‘aannemelijkheid’ te introduceren als voldoende onderbouwing.

‘Op grond van artikel 36e lid 3 Sr kan een ontnemingsmaatregel mede worden opgelegd indien aannemelijk is dat de in die bepaling bedoelde “andere strafbare feiten” op enigerlei wijze ertoe hebben geleid dat de betrokkene wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. Artikel 36e lid 3 Sr stelt niet de eis dat die “andere strafbare feiten” door de betrokkene moeten zijn begaan. Het hiervoor weergegeven beoordelingskader van 36e lid 2 Sr is dus niet op artikel 36e lid 3 Sr van toepassing. Het cassatiemiddel faalt voor zover het op een andersluidende rechtsopvatting berust.’

Het is dus voldoende dat er ‘voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door hem zijn begaan’. Hier wordt gewoon toe geredeneerd naar het u hoe dan ook kunnen ontnemen van uw geld.

Voortaan toch maar wel alle bonnetjes en bewijzen (zelf) bewaren, ook als je geen bedrijf hebt en volgens de wet niet boekhoudplichtig bent!

12. Mag je als infiltrant iemand valse beloften doen/psychische druk uitoefenen (Mr. Big methode), om een bekennende verklaring af te troggelen en deze gebruiken om iemand voor moord te veroordelen?

Het Hof Den Haag op 16 februari 2022, na een geslaagde cassatie (ELI:NL:GHDHA:2022:205)

Het Haagse hof heeft vandaag geoordeeld dat de undercoveragenten onvoldoende nauwkeurig hebben beschreven welke mondelinge communicatie met de verdachte heeft plaatsgevonden. Een en ander heeft tot gevolg dat het voor het hof niet goed mogelijk is om op basis van de door hen opgemaakte processen-verbaal te beoordelen in hoeverre (psychische) druk op de verdachte is uitgeoefend en in welke mate de verdachte is misleid. Daarmee kan evenmin worden beoordeeld of de verklaringsvrijheid van de verdachte bij het afleggen van zijn bekentenis is aangetast. Daarnaast heeft het hof kennisgenomen van de bevindingen van rechtspsycholoog Rassin. Hij heeft in opdracht van het hof onderzoek gedaan naar het risico op het afleggen van een valse bekentenis in deze zaak. Hij is nader ingegaan op de positie waarin de verdachte zich tijdens het undercovertraject bevond. De verdachte was een goede baan in het vooruitzicht gesteld. Ook zouden de undercoveragenten een ander kunnen laten opdraaien voor de moord als de verdachte bekende. Rassin heeft geconcludeerd dat de positie waarin de verdachte verkeerde een substantieel risico vormt op het afleggen van een valse bekentenis. Het hof acht het op grond van de bevindingen van Rassin aannemelijk dat de verdachte zijn verklaring niet in vrijheid heeft kunnen afleggen. Op grond van dit alles concludeert het hof dat de bekennende verklaring niet voor het bewijs kan worden gebruikt.’

‘Het hof stelt vast dat de Hoge Raad het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft vernietigd, omdat – kort gezegd – het oordeel van het gerechtshof ’s Hertogenbosch, dat niet aannemelijk is geworden dat het optreden van de opsporingsambtenaren in verband met het stelselmatig inwinnen van informatie, ertoe heeft geleid dat de verdachte onder onredelijk grote druk is gezet om de moord op [slachtoffer] te bekennen of anderszins ertoe heeft geleid dat van hem een verklaring is verkregen in strijd met zijn verklaringsvrijheid, zodat geen belemmering bestaat om die verklaring voor het bewijs te gebruiken, niet toereikend is gemotiveerd. Daarbij heeft de Hoge Raad overwogen dat het kennelijk oordeel van het hof dat erop neerkomt dat de verdachte feitelijk in een verhoorsituatie is komen te verkeren waarbij de opsporingsambtenaren bemoeienis hebben gehad met de inhoud van wezenlijke onderdelen van de door de verdachte afgelegde verklaring, de verklaringsvrijheid van de verdachte niet ontoelaatbaar is aangetast, niet toereikend is gemotiveerd. Daarnaast heeft het hof ’s Hertogenbosch geen blijk gegeven te hebben onderzocht of de inhoud van de processen-verbaal toereikend inzicht geeft in het verloop van de uitvoering van de opsporingsmethode over de gehele periode waarin deze is ingezet en de communicatie met de verdachte binnen die periode, en daarmee samenhangend of ook gronden bestonden voor het auditief of audiovisueel vastleggen van deze communicatie met de verdachte, en zo ja, of die vastlegging heeft plaatsgevonden en welke betekenis die heeft voor de beoordeling van de juistheid en de volledigheid van de processen-verbaal inzake de langdurige opsporingsoperatie, aldus de Hoge Raad.’

Let op, dit is een zaak uit 2010! Dus pas – na – cassatie en eerst te zijn veroordeeld, wordt hij in 2022 door het Hof Den Haag vrijgesproken!

Eerder veroordeelde het Hof Den Bosch hem tot 20 jaar. De Hoge Raad geeft duidelijk aan dat het Hof Den Bosch feitelijk niet eens de moeite heeft genomen om te onderzoeken wat hier aan de hand was;  Het hof; ‘Daarnaast heeft het hof ’s Hertogenbosch geen blijk gegeven te hebben onderzocht of de inhoud van de processen-verbaal toereikend inzicht geeft in het verloop van de uitvoering van de opsporingsmethode over de gehele periode waarin deze is ingezet en de communicatie met de verdachte binnen die periode, en daarmee samenhangend of ook gronden bestonden voor het auditief of audiovisueel vastleggen van deze communicatie met de verdachte, en zo ja, of die vastlegging heeft plaatsgevonden en welke betekenis die heeft voor de beoordeling van de juistheid en de volledigheid van de processen-verbaal inzake de langdurige opsporingsoperatie, aldus de Hoge Raad.’

Samenvattend:

Inmiddels is duidelijk dat al worden uiteindelijk – alle – wetsregels door de politie aan de laars gelapt, U uiteindelijk de verdachte bent die wordt uitgenodigd, verhoord en later terecht moet staan. Daarbij wordt de bewijslast bij een ontnemingsvordering gewoon omgedraaid. Bewijst u (na 5/10/20/30 jaar) maar dat het niet zo is!

Contact gelijk een advocaat!

Lees meer

Wanneer mag de Nederlandse staat uw geld ‘ontnemen/afpakken’?

Vaak wordt er met ongeloof naar mij geluisterd als ik uitleg hoe eenvoudig de Staat der Nederlanden zich uw geld toe-eigent. Inmiddels dient de rechterlijke macht daarbij als incassobureau. Is het allemaal echt zo negatief? Ik zou zeggen, lees met mij mee hoe de Hoge Raad ernaar kijkt. De Hoge Raad geeft in haar uitspraak van 11 mei 2021, (ECLI:NL:HR:2021:686) de minimale eisen aan wanneer uw geld mag worden ‘ingepikt/ontnomen’.

Waar ging het in deze zaak over? Het Hof Den Bosch stelde in de ontnemingsvordering van het OM het wederrechtelijk verkregen voordeel vast door middel van een schatting op € 180.000,00 en legde de betrokkene de verplichting op tot betaling aan de Staat voor dat bedrag. Dus dat was slechts op basis van een ‘schatting’!

De ontneming werd dus toegewezen op een ‘schatting/veronderstelling’. Ook nog eens op basis van feiten die niet eens ten laste werden gelegd en waarvoor hij niet eens werd vervolgd of veroordeeld.
Wij van WC-eend zijn van mening dat u geld heeft dat wij graag willen hebben. U heeft het over bewijs, zoals in een civielrechtelijke procedure? Nee dat geldt niet voor ons.

De Hoge Raad zelf;

‘Op grond van artikel 36e lid 2 Sr kan een ontnemingsmaatregel mede betrekking hebben op het voordeel dat de betrokkene heeft verkregen door middel van of uit de baten van andere strafbare feiten waaromtrent “voldoende aanwijzingen” bestaan dat deze door de betrokkene zijn begaan. De in artikel 36e lid 2 Sr bedoelde “voldoende aanwijzingen” mogen niet door de rechter worden aangenomen indien niet buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat andere strafbare feiten door de betrokkene zijn begaan. Tevens behoort de betrokkene de gelegenheid te hebben aan te (doen) voeren dat en waarom er onvoldoende aanwijzingen bestaan dat andere strafbare feiten door hem zijn begaan. (Vgl. HR 29 september 2020, ECLI:NL:HR:2020:1523.)’

Maar dan repareert de Hoge Raad dat probleem (in het derde lid), of neemt die vervelende laatste hobbel, door de ‘aannemelijkheid’ te introduceren als voldoende onderbouwing om toch maar dat geld in te kunnen pikken.

‘Op grond van artikel 36e lid 3 Sr kan een ontnemingsmaatregel mede worden opgelegd indien aannemelijk is dat de in die bepaling bedoelde “andere strafbare feiten” op enigerlei wijze ertoe hebben geleid dat de betrokkene wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. Artikel 36e lid 3 Sr stelt niet de eis dat die “andere strafbare feiten” door de betrokkene moeten zijn begaan. Het hiervoor weergegeven beoordelingskader van 36e lid 2 Sr is dus niet op artikel 36e lid 3 Sr van toepassing. Het cassatiemiddel faalt voor zover het op een andersluidende rechtsopvatting berust.’

Het is dus voldoende dat er ‘voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door hem zijn begaan’. Hier wordt gewoon toe geredeneerd naar het hoe dan ook kunnen inpikken van geld.

Ik hoorde een jurist het ‘gelegaliseerde diefstal’ noemen. In ieder geval is het duidelijk dat er voor de Staat der Nederlanden inmiddels andere (bewijs)regels gelden dan voor haar justitiabelen. Dat is inmiddels een voldongen feit.

U bent geïnformeerd en gewaarschuwd!

Hein Dudink/Advocaat

Lees meer

Volgens de Hoge Raad moet een mishandeling bij aanhouding kunnen…

Reeds eerder gaf ik aan dat u zonder gevolgen mag worden voorgelogen tijdens een verhoor, maar in het arrest van 1 december 2020 (ECLI:NL:2020:1889), gaat de Hoge Raad nog een stapje verder.

Waar ging het hier nu ook alweer over? In deze zaak verzocht een advocaat om het Niet-Ontvankelijk verklaren van het Openbaar Ministerie (OM) omdat zij een verdachte bij de aanhouding en insluiting in het kader van artikel 3 EVRM, zoals schending lichamelijke integriteit, hadden mishandeld. Oftewel hier had het OM haar recht op de strafrechtelijke vervolging verspeeld. Je moet tenslotte ook de bewakers bewaken, toch?

De HR geeft in deze zaak wel aan dat enige mishandeling gevolgen kan hebben voor de verdediging omdat er ernstig nadeel wordt ondervonden en het mogelijk gevolgen heeft voor de strafmaat. De HR ziet echter geen gevolgen voor de vervolging. Een mishandeling moet kennelijk kunnen.

De HR stelt dat ook na een mishandeling er toch nog sprake kan zijn van een ‘eerlijk proces’ zoals genoemd in artikel 6 EVRM. De HR noemt kiest dan voor het begrip ‘onregelmatigheden’… Mishandeling is natuurlijk geen prettige bewoording.

De HR:

‘Tot cassatie behoeft dat niet te leiden, omdat onregelmatigheden in de wijze waarop verdachte is aangehouden en ingesloten op zichzelf niet meebrengen dat geen sprake meer kan zijn van een eerlijk proces in de zin van art. 6 EVRM.’

Tot zover de implementatie in Nederland van de rechtsbescherming uit de EU.

Wat de HR kennelijk niet begrijpt is dat als een verdachte bij zijn aanhouding letterlijk in elkaar wordt geslagen, dat dit niet alleen mogelijk medische gevolgen heeft, maar het voeren van een verdediging tegen de beschuldigingen nagenoeg onmogelijk kan zijn geworden.

Zo had ik een cliënt die blijvend invalide is geworden na zijn aanhouding door een arrestatieteam en pas (na jaren) in hoger beroep enigszins uit zijn woorden kon komen. Daarvoor verging hij van de pijn en zat met een astmadoosje tussen zijn kiezen om zijn gebit niet stuk te bijten. De man heeft het gehele proces als een toeschouwer van een slechte B-Film aan zich voorbij zien trekken. Maar voor de ‘bureaujuristen’ van de HR is dat kennelijk allemaal niet meer dan een academisch probleem.

U bent gewaarschuwd en geïnformeerd!

Hein Dudink/Advocaat

Lees meer

Grote zorgen bij rechtsbijstandsverzekeraars: Europese Hof verruimt vrije advocaatkeuze

Een Belgische prejudiciële vraag heeft mogelijk grote gevolgen voor de uitvoering van rechtsbijstandsverzekeringen in Nederland. Op 14 mei 2020 heeft het Europese Hof nader toegelicht vanaf welk moment een verzekerde met een rechtsbijstandsverzekering recht heeft op vrije advocaatkeuze. Dat blijkt een stuk eerder te zijn dan nu het geval is.

Op dit moment kan een voor rechtsbijstand verzekerde pas een eigen advocaat inschakelen wanneer sprake is van een gerechtelijke (of administratieve) procedure. In de nieuwe uitspraak stelt het Europese Hof dat “elke fase die kan leiden tot een procedure bij een gerechtelijke instantie, zelfs een voorafgaande fase”, geacht moet worden onder het begrip “gerechtelijke procedure” te vallen […].

Deze overwegingen van het Europese Hof heeft grote gevolgen voor de Nederlandse praktijk. Zodra iemand zich met een geschil tot zijn rechtsbijstandsverzekeraar wendt, is er al een situatie die tot een procedure kan leiden. Dat betekent kort gezegd dat de verzekerde direct een vrije advocaatkeuze heeft en de verzekeraar die kosten moet dekken.

De verdere inhoud van de onderliggende Belgische kwestie heeft geen uitwerking in Nederland, maar het Europese Hof verduidelijkt in deze zaak wel hoe een Europese regel uitgelegd dient te worden. Dat heeft dus wel degelijk invloed op de Nederlandse situatie.

De rechtsbijstandsverzekeraars zijn bekend met de uitspraak maar hebben zich er vooralsnog niet over uitgelaten, maar het onderwerp staat wel hoog op de agenda.
Mocht u een advocaat nodig hebben, neem dan contact op met mij, Wijnand Westerman.

Ik ben advocaat voor ondernemers en hun ondernemingen: wgwesterman@dudinkstarink.nl

Lees meer