Vergoeding voor vertraging vliegtuig

Op grond van Europese Verordening 261/2004 kan een passagier van een geannuleerde vlucht, compensatie aanvragen voor deze vertraging. Sinds het Sturgeon-arrest (Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen 19 november 2009, VR 2010, 35) is het bovendien mogelijk  om compensatie te verkrijgen voor vertraagde vluchten; de bepalingen omtrent geannuleerde vluchten moeten in het zelfde licht bezien worden als in het geval van vertraagde vluchten. Geen recht op compensatie heeft de passagier indien de luchtvaartmaatschappij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van redelijke maatregelen, niet voorkomen konden worden.

Zo ook in de onlangs gedane uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (Rb Amsterdam 27 december 2012, NJF 2013, 154). Een passagier heeft bij een Spaanse vervoerder twee vluchten geboekt van Amsterdam via Madrid naar Lima. De eerste vlucht loopt vertraging op, waardoor de passagier zijn aansluiting in Madrid mist. De passagier heeft op tijd (binnen twee jaar) zijn klacht ingediend en derhalve heeft hij recht op forfairaire vergoeding op grond van artikel 7 van bovengenoemde verordening. Niet alleen bij annulering van de vlucht is compensatie op zijn plek, maar ook bij vertraging van meer dan drie uur, zo herhaalt de rechtbank de Sturgeon-overwegingen.

Lastig wordt het indien de vertraging niet per sé lang heeft geduurd, maar daardoor wel de aansluiting wordt gemist. Het Sturgeon-arrest richt zich op vluchtvertragingen van 3 uur of meer na de geplande aankomsttijd. Dit leverde passagiers op weg naar Mauritius een vervelende situatie op (Rechtbank Amsterdam 22 juni 2012, NJF 2012, 364). Hun vlucht van Amsterdam naar London had minder dan 3 uur vertraging, waardoor ze hun aansluiting van Londen naar Mauritius hebben gemist. De eerstvolgende vertrekkende vlucht naar Mauritius vertrok op tijd. Echter zijn de passagiers, wegens het missen van de eerste vlucht, in totaal 8 uur later dan gepland aangekomen. Maar de vertragingstijd waar van uit moet worden gegaan, was ‘slechts’ minder dan 3 uur. Gelukkig voor de passagiers legde de rechter het zo uit dat toch de Sturgeon-richtlijn van toepassing was en werd hun schade vergoed.

U ziet; klagen loont!