Grote zorgen bij rechtsbijstandsverzekeraars: Europese Hof verruimt vrije advocaatkeuze

Een Belgische prejudiciële vraag heeft mogelijk grote gevolgen voor de uitvoering van rechtsbijstandsverzekeringen in Nederland. Op 14 mei 2020 heeft het Europese Hof nader toegelicht vanaf welk moment een verzekerde met een rechtsbijstandsverzekering recht heeft op vrije advocaatkeuze. Dat blijkt een stuk eerder te zijn dan nu het geval is.

Op dit moment kan een voor rechtsbijstand verzekerde pas een eigen advocaat inschakelen wanneer sprake is van een gerechtelijke (of administratieve) procedure. In de nieuwe uitspraak stelt het Europese Hof dat “elke fase die kan leiden tot een procedure bij een gerechtelijke instantie, zelfs een voorafgaande fase”, geacht moet worden onder het begrip “gerechtelijke procedure” te vallen […].

Deze overwegingen van het Europese Hof heeft grote gevolgen voor de Nederlandse praktijk. Zodra iemand zich met een geschil tot zijn rechtsbijstandsverzekeraar wendt, is er al een situatie die tot een procedure kan leiden. Dat betekent kort gezegd dat de verzekerde direct een vrije advocaatkeuze heeft en de verzekeraar die kosten moet dekken.

De verdere inhoud van de onderliggende Belgische kwestie heeft geen uitwerking in Nederland, maar het Europese Hof verduidelijkt in deze zaak wel hoe een Europese regel uitgelegd dient te worden. Dat heeft dus wel degelijk invloed op de Nederlandse situatie.

De rechtsbijstandsverzekeraars zijn bekend met de uitspraak maar hebben zich er vooralsnog niet over uitgelaten, maar het onderwerp staat wel hoog op de agenda.
Mocht u een advocaat nodig hebben, neem dan contact op met mij, Wijnand Westerman.

Ik ben advocaat voor ondernemers en hun ondernemingen: wgwesterman@dudinkstarink.nl

Lees meer

Alimentatiebetaler, let op! Wilt u minder betalen?

De maatschappelijke opvattingen over de onderlinge verplichtingen na een huwelijk, waaronder de 12 jaar durende alimentatieplicht, zijn de laatste decennia sterk veranderd. Heden ten dage wordt het steeds minder passend gevonden dat er na een echtscheiding nog onderlinge afhankelijkheid blijft bestaan in de vorm van een langdurende partneralimentatieverplichting.

Deze veranderde maatschappelijke opvatting werkt ook door in de rechtspraak. In de recente rechtspraak wordt er steeds meer vanuit gegaan dat van een onderhoudsgerechtigde mag worden verwacht dat deze zich steeds actiever opstelt bij het vinden van een betaalde baan, zeker naar mate de echtscheiding meer in het verleden ligt en/of wanneer de kinderen van de ex-echtgenoten een zekere mate van zelfstandigheid hebben. Onder omstandigheden mag zelfs worden verwacht dat een onderhoudsgerechtigde een eventuele achterstand op de arbeidsmarkt verkleint door zich laat omscholen of cursussen te volgen om zodoende meer in eigen levensonderhoud te kunnen voorzien.

Op grond van de rechtspraak op dit punt heeft een onderhoudsplichtige (alimentatiebetaler) het recht om periodiek te (laten) toetsen of een onderhoudsgerechtigde wel voldoet aan de inspanningsverplichting om in eigen levensonderhoud te voorzien. Wanneer wordt vastgesteld dat dit niet het geval is, kan dat tot gevolg hebben dat de rechtbank rekening houdt met een “fictieve verdiencapaciteit” van de onderhoudsgerechtigde en/of dat er een jaarlijkse lineaire afbouw van de alimentatie wordt vastgesteld, die uiteindelijk uitkomt om € 0,00, dit al dan niet in combinatie met een verkorting van de 12-jaarstermijn. Ter illustratie: de rechtbank Overijssel hield in november 2017 (http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOVE:2017:4671) in een zaak waarin zij vond dat de alimentatiegerechtigde zich na het huwelijk onvoldoende had ingespannen rekening met een fictieve verdiencapaciteit en stelde de alimentatie van ca. € 1.600 bruto bij tot slechts € 800 bruto per maand.

De rechtbank in 5:14:

Gelet op bovenstaande conclusie is de rechtbank van oordeel dat in dit geval voor de vrouw rekening moet worden gehouden met een fictieve redelijke verdiencapaciteit. Gelet op de leeftijd van de vrouw (thans 57 jaar) en het feit dat zij rugklachten heeft, is het naar het oordeel van de rechtbank niet reëel om voor de vrouw uit te gaan van een verdiencapaciteit van € 1.594,- bruto per maand, de huidige (verbleekte) behoefte. De rechtbank acht het in dit geval redelijk om uit te gaan van een fictieve verdiencapaciteit ter hoogte van de helft van haar huidige (verbleekte) behoefte, te weten € 797,- bruto per maand. De rechtbank houdt hierbij rekening met de omstandigheid dat onvoldoende is gesteld of gebleken dat de vrouw op fysieke en/of psychische gronden niet in staat zou zijn om te werken, terwijl zij evenmin de zorg heeft voor minderjarige kinderen. Gelet op de hoogte van het door de vrouw in het verleden ontvangen inkomen van BTK zorg en haar PGB-inkomsten, acht de rechtbank in dit geval een fictieve verdiencapaciteit van € 797,- bruto per maand redelijk. Nu is gebleken dat de man over voldoende draagkracht beschikt om in deze resterende behoefte te voorzien, zal de rechtbank beslissen dat de door de man te betalen partneralimentatie wordt verlaagd tot een (fiscaal aftrekbaar) bedrag van € 797,- bruto per maand.

Mocht u, als alimentatieplichtige, willen laten beoordelen in hoeverre het door u betaalde alimentatiebedrag nog wel voldoet aan de hedendaagse alimentatienormen en/of laten toetsen in hoeverre uw ex-partner wel voldoende voldoet aan zijn/haar inspanningsverplichting, dan nodigen wij u graag uit voor een adviesgesprek.

Wellicht is er in uw situatie ruimte voor een verlaging van de partneralimentatie?

Bel tijdig!

Advocaat Jan-Willem Hijnen

 

Lees meer

Nieuw huwelijksvermogensrecht

Eind maart 2017 werd door de Eerste Kamer een wetsvoorstel aangenomen: Wetsvoorstel beperking gemeenschap van goederen. De inwerkingtreding van deze wet (vermoedelijk per 1 januari 2018) zal grote gevolgen hebben voor stellen die na die datum met elkaar in het huwelijksbootje stappen.

Nu is het zo dat wie trouwt, en daarover niets regelt bij de notaris, in gemeenschap van goederen huwt. Dat betekent dat het afzonderlijke vermogen van de beide huwelijkspartners samenvloeit tot één gemeenschappelijk vermogen. Met andere woorden: de studieschuld van je partner zal ook jouw studieschuld worden, maar zijn of haar fraaie auto wordt ook jouw gemeenschappelijke eigendom. Wanneer jij en je partner gaan scheiden, zullen alle bezittingen door de helft moeten worden gedeeld. Voor het aflossen van de schulden is men beide verantwoordelijk.

Met het wetsvoorstel wordt beoogd de automatische gemeenschap van goederen te beperken. Indien je huwt ná inwerkingtreding van de nieuwe wet, valt het vóórhuwelijksvermogen buiten de gemeenschap van goederen. De studieschuld die je partner al had, blijft dan uitsluitend zijn of haar studieschuld. In de huwelijksgoederengemeenschap zullen de baten en schulden vallen die jullie ná het huwelijk hebben verkregen of zijn aangegaan. De auto die je partner ná de huwelijksdatum aanschaft, is ook jouw auto.

Verder verandert het wetsvoorstel het een en ander ten aanzien van schenkingen en erfenissen:  schenkingen en erfenissen, die tijdens het huwelijk toekomen aan één van de partners, blijven van deze partner, ook als er geen uitsluitingsclausule is. Als iemand aan beide echtelieden wil schenken of nalaten, zal dat uitdrukkelijk moeten worden opgenomen.

Niet iedereen is blij met de komst van het nieuwe wetsvoorstel. Vooral voor ondernemers kan de nieuwe regeling lastig uit te voeren zijn, omdat moeilijk zal zijn aan te tonen welk vermogen vóórhuwelijks was en welk vermogen van daarna.  Ook vergt de nieuwe regeling dat echtelieden na scheiding zouden moeten kunnen aantonen dat een vermogensbestanddeel al vóór het huwelijk in zijn of haar bezit was. Dat zal niet altijd even eenvoudig zijn. Soms kan het dus alsnog van belang zijn om met behulp van een notaris huwelijkse voorwaarden te sluiten alvorens te trouwen.

Hoe het wetsvoorstel in de praktijk zal uitpakken, zal nog moeten worden bezien. Duidelijk is wel dat het raadzaam is om je goed te laten informeren voordat je in het huwelijk treedt.

Wilt u meer informatie over uw situatie? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Mevrouw mr. I.M. Thieme/ advocaat

 

Lees meer

Zwangerschap in detentie

Een zwangerschap is heel bijzonder en wil je graag delen met je naasten en zeker met de aanstaande vader van de baby. Voor zwangere vrouwen in de gevangenis is dit erg lastig. Zeker indien de vader ook in detentie zit.

Zo stond ons kantoor een alleenstaande vrouw bij die al een minderjarige dochter van 10 jaar had uit een vorige relatie. Zij was zwanger van haar tweede kind bij een man die ook gedetineerd zat. Ze werd verdacht van medeplichtigheid aan een strafbaar feit. Terwijl zij zelf nooit aanwezig was op het moment dat de strafbare feiten werden gepleegd.

Toch werd zij aangehouden en in voorlopige hechtenis genomen. De Raad voor de Kinderbescherming werd ingeschakeld en er werd een verzoek tot uithuisplaatsing van haar minderjarige dochter ingediend. Er kwam een gezinsvoogd die toezicht houdt op de dochter. Allemaal erg ingrijpend voor moeder en dochter.

De zwangerschap heeft de vrouw moeten doorbrengen in detentie. De vrouwengevangenissen zijn hierop ingericht. Zo wordt zij ook bezocht door een verloskundige en krijgt zij de gebruikelijke echo’s. Meestal zitten deze vrouwen ook op een speciale afdeling voor moeder en kind.

Twee weken voor de uitgerekende datum wordt een zwangere vrouw overgeplaatst naar het Justitieel Medisch Centrum in Scheveningen en zal zij bevallen in het Bronovo-ziekenhuis.

De gedetineerde vader mag het pasgeboren kind zien – het zogenaamde kraambezoek – binnen veertien dagen na de bevalling. Hij kan hiervoor incidenteel verlof aanvragen in het Huis van Bewaring/ dan wel gevangenis. Dit bezoek vindt dan plaats onder begeleiding van bewakers.

Ons kantoor heeft namens de zwangere vrouw een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis ingediend bij de rechtbank en met succes! De vrouw is een paar dagen na haar schorsing bevallen in een “normaal” ziekenhuis en in het bijzijn van haar naasten. Wel zal zij zich moeten blijven melden bij de reclassering.

Mocht u vragen hebben over het aanvragen van speciaal verlof dan wel schorsing van de voorlopige hechtenis, weet u ons ook weer te vinden!

Pamela Willemsen/Advocaat specialist Strafrecht en Personen en Familierecht

Lees meer

Onwillige ex-echtgenoot bij verdeling van de woning na echtscheiding

De verdeling van de woning na echtscheiding wordt steeds vaker een heikel punt.

Indien het voor geen van beiden financieel mogelijk is de woning over te nemen met uitkoop van de ander, zal de woning moeten worden verkocht.

Het komt met enige regelmaat voor dat een van de ex-echtgenoten de verkoop frustreert om bijvoorbeeld langer in de woning te kunnen blijven wonen. Dit frustreren kan zien op het niet verstrekken van een verkoopopdracht aan de makelaar, het niet opvolgen van adviezen van de makelaar en dergelijke. Door dit frustreren kan het voor de ander bijvoorbeeld niet mogelijk zijn om een eigen woning te financieren.

Wat valt daar tegen te ondernemen?

Via een zogenoemde Kort Gedingprocedure is het mogelijk te verzoeken dat een ex-echtgenoot wordt gemachtigd om, mede namens de ander, de woning te verkopen en te leveren. Ook is het onder andere mogelijk om te vorderen dat de onwillige ex-echtgenoot zijn volledige medewerking dient te verlenen. Dit kan met als stok achter de deur het vorderen van dwangsommen indien niet wordt meegewerkt.

Bevindt u zich in een dergelijke situatie? Neem dan contact met ons op via telefoonnummer 0251 22 46 46.

Marieke Hurkmans/Advocaat en specialist bij de verdeling na echtscheiding

Lees meer

Wijzigingen kindgebonden budget en de gevolgen voor de berekening van kinderalimentatie!

Op 1 januari 2015 is de Wet Hervorming Kindregelingen in werking getreden. De overheid heeft de kindregelingen vereenvoudigd. Het kindgebonden budget wordt verhoogd met de zogeheten ‘alleenstaande ouderkop’, een inkomensafhankelijke tegemoetkoming in de kosten van de kinderen.

Bent u een alleenstaande ouder? Dan ontvangt u maximaal € 3.050 meer kindgebonden budget. Dit is afhankelijk van de hoogte van uw inkomen. Dit bedrag vervangt de aanvulling op de minimumuitkeringen die u voorheen kreeg van uw gemeente, de Sociale Verzekeringsbank of UWV.

De vraag die nu rijst bij de rechtbanken en Gerechtshoven, is hoe de kinderalimentatie vanaf 1 januari 2015 dient te worden berekend. Beslissingen van de Rechtbank Limburg en het Hof Amsterdam omtrent de definitieve kinderalimentatie werd aangehouden ‘in verband met de ontwikkelingen omtrent kindgebonden budget en de alleenstaande ouderkop’.

Vanaf 1 januari 2013 beveelt de Expertgroep Alimentatienormen aan het kindgebonden budget in mindering te brengen op het zogenaamde ‘eigen aandeel van de ouders in de kosten van de kinderen’.

In november 2014 heeft de Expertgroep ten aanzien van dit aldus verhoogde kindgebonden budget de aanbeveling gedaan om de per 1 januari 2013 ingezette lijn te continueren en dus ook de “alleenstaande ouderkop” op het eigen aandeel in mindering te brengen. Dit kan ertoe leiden dat er geen behoefte meer resteert waarin ouders moeten voorzien. In een dergelijk geval is er dus geen aanleiding voor het opleggen van een onderhoudsbijdrage ten laste van de niet- verzorgende ouder.

In het begin van 2015 is deze aanbeveling in enkele uitspraken van rechtbanken niet gevolgd. Zo heeft de rechtbank De Haag besloten dat de “alleenstaande ouderkop” niet in mindering wordt gebracht op het eigen aandeel. De rechtbank sluit daarbij aan bij artikel 1:404 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat ouders verplicht zijn naar draagkracht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen.

In de vergadering van 17 april 2015 van het Team Familie- en Jeugd van de rechtbanken en Gerechtshoven, is de Aanbeveling opnieuw bevestigd.

Zo ontvingen wij deze week een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland waarin de rechtbank heeft bepaald dat de man draagkracht had om een bedrag van € 200,– aan kinderalimentatie te betalen. Echter ontvangt de vrouw een hoog bedrag aan kindgebonden budget. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de behoefte. De man hoeft nu slechts € 14,– aan alimentatie te betalen per maand.

Het laatste woord is er nog niet over gezegd. De Hoge Raad heeft zich nog niet over deze kwestie gebogen.

Bent u benieuwd naar de ontwikkeling of wenst u een herberekening van uw kinderalimentatie?

Voor advies kunt u ons altijd bellen!

Lees meer

‘Bird nesting’ – een nieuwe omgangsregeling

‘Bird nesting’ is in Nederland nog een relatief onbekend begrip. Het leent zich voor de situatie dat de ouders nog in een echtscheidingsprocedure zijn verwikkeld en de zorgtaken op een juiste manier willen verdelen.

In het geval van mevrouw X, verbleef zij gedurende maandag tot en met vrijdag in de woning. Zij vertrok iedere avond, zodra de heer Y thuis kwam, naar een ander verblijfadres. Mevrouw X wilde in het kader van de echtscheidingsprocedure een eerlijke verdeling omtrent de omgang met de kinderen, waarbij ook de ouders niet al te veel heen en weer hoefden te reizen.

In de echtscheidingsprocedure werd het verzoek gedaan om een omgangsregeling vast te leggen, waarbij de kinderen in de echtelijke woning zouden blijven en de ouders om de beurt daar zouden wonen. In dit geval zou mevrouw X van maandag tot en met vrijdagavond in de woning blijven en de heer Y de overige tijd. Beide ouders zouden daarnaast een ander woonadres hebben. Dit verzoek werd door de rechtbank gehonoreerd.

De hierboven weergegeven omgangsregeling voorkomt dat kinderen telkens van het huis van vader naar het huis van moeder moeten en omgekeerd. Het zorg voor rust en stabiliteit in een voor de kinderen vertrouwde omgeving.

Wilt u meer weten over het vastleggen van omgangsregelingen, dan staan wij hoogstpersoonlijk voor u klaar.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen op telefoonnummer: 0251 22 46 46.

Marieke Hurkmans/advocaat

Lees meer

Snelle echtscheiding!

Wij hebben op kantoor veel echtscheidingen lopen die soms jarenlang kunnen duren. De zogenaamde “vechtscheidingen”. Partijen kunnen het dan niet eens worden over de verdeling van hun huwelijksgemeenschap en de zorg over hun kinderen. Vaak spelen de emoties hoog op, tot aangiftes bij de politie wegens vermeende mishandelingen aan toe.

Dat het ook anders kan, blijkt vandaag wel weer. Partijen hebben geen gezamenlijke kinderen en geen koopwoning. De verdeling van de overige goederen doen zij in goed onderling overleg. Begin november is het verzoekschrift echtscheiding ingediend en binnen vier weken heeft de rechtbank de echtscheiding uitgesproken.

Ook voor uw snelle echtscheiding bent u dus bij ons op het goede adres!

Pamela de Blieck-Willemsen

Lees meer

ALIMENTATIE EN SCHULDSANERING

Wie in een gecompliceerde schuldsituatie zit en in aanmerking komt voor een schuldsaneringsregeling doet er verstandig aan meteen een nihilstelling van de onderhoudsplicht te vragen. Vaak kon de maandelijkse bijdrage al niet meer worden betaald, dus hoe sneller er een nihilstelling komt hoe beter voor de alimentatieplichtige. (meer…)

Lees meer

Wijziging van de onderhoudsbijdrage vragen, wanneer?

Er wordt veel over onderhoudsbijdragen geprocedeerd. Dat komt, omdat de wet die mogelijkheid biedt bij gewijzigde omstandigheden.  Zowel de alimentatiegerechtigde (hij woont met een ander en heeft dus minder lasten) als de alimentatieplichtige (ik werk minder over) maken daar driftig gebruik van. Het is geen uitzondering als gedurende de looptijd van de alimentatieplicht zo’n keer of drie wordt gepoogd de bedragen bij te stellen.

Maar let op: de rechtbank neemt niet zomaar elk verzoek in behandeling. Er wordt tegenwoordig heel kritisch gekeken of er werkelijk sprake is van een substantiële wijziging. Dus de mededeling: hij heeft een andere baan, dus hij zal wel meer verdienen, is niet voldoende. De rechtbank compenseert de kosten van de procedures ook niet meer zomaar tussen ex-echtelieden zoals gebruikelijk.

Het via procedures eens  bekijken, hoe de vlag erbij hangt, kan je tegenwoordig op een kostenverdeling komen te staan. Niet geheel ten onrechte voor diegenen, die niet op gefinancierde rechtsbijstand kunnen procederen en dus steeds veel geld aan de advocaat kwijt zijn.

Overigens er komt per 1 april a.s. een wijziging in het systeem van de wijze waarop kinderalimentatie wordt berekend.

Wij houden u op de hoogte.

Ralph Beckers/Advocaat

Lees meer