Voor zedendelict vervolgde verpleegkundige vrijgesproken.

In deze zaak werd een verpleegkundige strafrechtelijk vervolgd vanwege het feit dat er met de aan hem toevertrouwde patiënt ontuchtige handelingen zouden zijn verricht. Wat was hier aan de hand?

Voor een verpleegkundige dienen een paar handelingen voorop te staan. Een daarvan is de basis hygiëne. Een patiënt die zich zelf niet goed, of onvoldoende kan schoonmaken en schoonhouden, dient daarbij ondersteuning te krijgen. Dat zijn allemaal handelingen die een verpleegkundige in de basis opleiding leert en feitelijk voor zich spreken.

Die basis zorg verlenen is nagenoeg onmogelijk zonder dat daarbij fysiek contact is. Daarbij moeten ook de genitaliën worden schoongemaakt en wel op een bepaalde manier. Wederom om geen infecties etc. op te lopen. Mannen worden anders schoongemaakt dan vrouwen enz. Allemaal zaken die door verpleegkundigen niet meer dan routine matig worden verricht en waar ieder weldenkend mens niet te veel problemen mee heeft als hij deze hulp nodig heeft.

In dit geval gaf de patiënt, die verstandelijk gehandicapt was, aan dat hij door de verpleegkundige zou zijn betast en gezoend. Nu deed zich de rare situatie voor dat ineens werd aangevoerd dat deze patiënt – wel – in staat zou zijn geweest om zich zelf te verzorgen. Overigens in tegenstelling tot het behandelplan van de patiënt.

Deze zaak werd ook nog voorgelegd aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg, met het verzoek wat er moet gebeuren als de verpleegkundige aangeeft dat er hulp nodig is en de patiënt aangeeft van niet? In deze zaak gaf de Inspecteur tenslotte aan dat er geen overschrijding was geweest van de normen. Maar het strafrecht werkt volledig anders!

Gedurende de procedure werd overigens nog ‘even’ aangevoerd dat van alle patiënten die de verpleegkundige hielp, deze cliënt ‘speciale’ aandacht van de verpleegkundige had gehad. Toen bleek dat dit aantoonbaar onzin was, werden deze argumenten simpelweg terzijde geschoven.

In Nederland maakt dat de gehele verklaring nog niet onbetrouwbaar, je mag best ‘een beetje’ liegen in de aangifte. De rechtbank gaf ten aanzien van de gehele verklaring namelijk aan;

die op belangrijke onderdelen overeenkomsten vertoont met zijn verklaring…., maakt dat de rechtbank deze verklaring betrouwbaar acht’.

Omdat er geen ander ‘bewijs’ voor handen was, kon de rechtbank vervolgens niet anders dan tot een vrijspraak komen wegens onvoldoende bewijs!

Hier zie je weer dat bijstand van een gespecialiseerde zedenadvocaat vanaf de allereerste fase van het strafrechtelijke traject, ontzettend belangrijk is!

U bent geïnformeerd en gewaarschuwd!

Bel tijdig!!!

Hein Dudink/Advocaat

Lees meer

Politie mag u tijdens verhoor voorliegen!

Niet vaak genoeg kunnen wij u aangeven dat rechtsbijstand tijdens het verhoor van meer dan groot belang is!

Inmiddels is in de rechtspraak uitgemaakt dat een agent nu ook mag liegen tijdens een verhoor, als hij maar niet teveel liegt, of later zegt dat hij het niet meende, o.i.d.

Dit houdt in, dat u tijdens een verhoor bij de politie/marechaussee of bij wat dan ook voor opsporingsambtenaar, ontzettend goed moet opletten dat wat u wordt voorgehouden/gezegd, mogelijk helemaal niet waar hoeft te zijn.

‘Grote psychische druk’ tijdens verhoor:

In de Schiedammer Parkmoord bekende Cees B. uiteindelijk onder zware druk van de politie en kreeg 18 jaar en TBS opgelegd. Feitelijk kreeg hij daarmee levenslang!

De verdediging van Cees B. kreeg daarbij eens niet de mogelijkheid meer om een ontlastende getuige te horen, omdat het Openbaar Ministerie aangaf; ‘er op te vertrouwen dat de politie en het OM hun werk goed hadden verricht’.

Er werden in die zaak overigens geen DNA etc. van Cees B. aangetroffen, maar van een onbekende man. Die informatie werd echter door het OM nimmer aan de rechtbank en de advocaat medegedeeld.

U krijgt/heeft dus vaak geen tweede kans na het eerste verhoor!!!

Artikel 6 EVRM en de Bijbel:

Ja, er is inderdaad ook een artikel 6 EVRM en zelfs een (Staten)Bijbel waarin staat dat het niet mag. Leviticus: ‘Gij zult niet stelen, en gij zult niet liegen, noch valselijk handelen’.

Dat het wel mag, is echter de interpretatie van ons hoogste college en daar zult u het toch echt mee moeten doen.

Wat duidelijk wordt, is dat het uitgangspunt tegenwoordig veel meer op de beheersbaarheid van enig opsporingsonderzoek tegen u wordt gelegd, dan op uw rechten als burger om behoorlijk te worden behandeld.

Uitspraak Hoge Raad: (ECLI:NL:HR:2018:18, Hoge Raad, 16/04441).

Voor iedereen die nog denkt dat het allemaal wel meevalt, hierbij de zeer recente uitspraak van de Hoge Raad.

De Hoge Raad geeft in punt 2.3.2. eerst de uitleg van het Hof en volgt die mening vervolgens in punt 2.3.3. en legt het nader uit;

2.3.2.

…het Hof ten grondslag gelegd dat het melden van de fictieve buit niet meer dan een beperkte inbreuk heeft gemaakt op de grondrechten van de verdachte en niet zeer risicovol is geweest voor de integriteit en beheersbaarheid van de opsporing zodat bij die wijze van opsporing in het onderhavige geval geen sprake is geweest van schending van de beginselen van een behoorlijke procesorde, waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan.

2.3.3.

Dat oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de vervolging komt als in art. 359a Sv voorzien rechtsgevolg immers slechts in uitzonderlijke gevallen in aanmerking. Daarvoor is alleen plaats ingeval het vormverzuim daarin bestaat dat met de opsporing of vervolging belaste ambtenaren ernstig inbreuk hebben gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan (vgl. HR 30 maart 2004, ECLI:NL:HR:2004:AM2533, NJ 2004/376, rov. 3.6.5).

U begrijpt het waarschijnlijk al, dit is feitelijk een vrijbrief voor de politie om te liegen en een schoffering van artikel 29 Sv. want in hoeverre kun je nog vaststellen dat een verklaring in vrijheid wordt afgelegd als de burger iets wordt voorgehouden dat niet waar is?

De Hoge Raad der Nederlanden geeft daarna aan dat als u en uw advocaat er iets anders van vindt, u maar moet bewijzen dat de opsporingsambtenaren het doelbewust, lees met opzet, hebben gedaan. Succes ermee!

U bent wederom geïnformeerd en gewaarschuwd!

Hein Dudink/Advocaat

Bel tijdig, als geen veroordeling u lief is!

Lees meer

Strafontslag politiemol

In een uitspraak van de rechtbank Limburg is onlangs bepaald dat de korpschef gerechtigd was om een disciplinaire maatregel van strafontslag aan een politieambtenaar op te leggen. Volgens de rechtbank was er, ook gelet op de omvang van de gedragingen, sprake van zeer ernstig plichtsverzuim.

De politieambtenaar had namelijk zeer frequent de politiesystemen geraadpleegd naar personen en/of onderzoeken waar hij geen betrokkenheid bij had. Daarnaast heeft hij de bestanden geëxporteerd en gekopieerd naar externe gegevensdragers en deze buiten het politiedomein gebracht.

Naar aanleiding van het gegeven dat de politieambtenaar de aan hem verweten gedragingen niet heeft weersproken, maar slechts heeft gesteld dat er geen sprake is geweest van plichtsverzuim, neemt de rechtbank aan dat de politieambtenaar de gedragingen heeft begaan.

Het strafontslag houdt in beroep zodoende stand.

(ECLI:NL:RBLIM:2018:2062).

Lees meer

Een einde aan een strafzaak nog voordat deze begon…

Eigenlijk is dat wat je, wanneer je door de politie als verdachte bent gehoord, het liefste wil: een einde aan de strafzaak nog voordat deze goed en wel is begonnen.

Zo ook deze cliënt van mij. Hij werd verdacht van verkrachting, niet het minste delict. Hij was hier echter heel duidelijk over: hij haf niemand verkracht, het was vrijwillige seks. In vrijwel alle zaken, maar ook zeker zedenzaken, is het goed van belang te beseffen of en zo ja, welke verklaring je als verdachte aflegt.

In het geval van mijn cliënt was het duidelijk dat hij de aangeefster kende, dat ze zoenend over straat zijn gezien als ook dat ze vrijwillige seks hebben gehad. Onder die omstandigheden heb ik mijn cliënt geadviseerd een verklaring af te leggen. Vervolgens bleek dan ook dat zijn verklaring grotendeels overstemde met datgene wat al in het dossier te vinden was met uitzondering van de aangifte. Met andere woorden: zijn verklaring werd meer ondersteund dan de verklaring van de aangifte. In een dergelijk geval was de beslissing van het openbaar ministerie dan ook duidelijk: sepot wegens onvoldoende bewijs.

Van belang is dan ook altijd de verklaring die je aflegt, daar kun je immers als verdachte later moeilijk op terugkomen. Laat u dan ook altijd voor, tijdens en na uw verhoor adviseren door een advocaat.

Uit deze zaak bleek des te meer waarom dat de moeite waard was.

U bent bij deze geïnformeerd en gewaarschuwd!

Robbert Poort | Advocaat

Lees meer

Plichtsverzuim brandweerman door gevaarzettend rijgedrag

In een recente zaak van 8 maart 2018 bevestigt de Centrale Raad van Beroep uitspraak van de rechtbank. Een brandweerman heeft onvoorzichtig en onverantwoord rijgedrag vertoond door bewust niet te stoppen met zijn voertuig voor een persoon die zich op zijn rijroute bevond. Het ging om een projectleider van de bouw van de nieuwe brandweerkazerne. Niet van belang in deze zaak is of deze informatie bij de brandweer man bekend was of dat er (verbods)borden op de bouwplaats waren aangebracht. De brandweerman heeft bewust het risico genomen om de persoon in gevaar te brengen. De brandweerman beweert dat sprake was van een situatie vergelijkbaar met die van een burger die een noodhulpverlener belemmert in diens noodhulptaken. Omdat de brandweerman slechts ter plaatse was om spullen uit te laden, oordeelt de Raad dat van zo’n situatie geen sprake was.

De brandweerman heeft aldus niet gedaan wat een goed ambtenaar in gelijke omstandigheden behoort te doen, zodat sprake is van plichtsverzuim. Dit plichtsverzuim kan aan hem worden toegerekend en dus kan hem een disciplinaire maatregel opgelegd worden. De brandweerman is na het gevaarzettend rijgedrag ontslagen.

De Raad oordeelt dat de opgelegde maatregel niet onevenredig. Er is meegewogen dat de brandweerman als een gewaarschuwd man gold. Hij was namelijk al in verband met eerder als plichtsverzuim aangemerkt rijgedrag erop gewezen dat hem een allerlaatste kans wordt gegund en dat soortgelijk gedrag of enige andere ernstige misdraging niet nogmaals zal worden geaccepteerd.

Nu gaat het plichtsverzuim weer om het rijgedrag van de brandweerman. Van een medewerker van de brandweer mag worden verwacht dat hij zich onthoudt van dergelijk, gevaarzettend gedrag. De langdurige, goede staat van dienst van de brandweerman leidt niet tot een ander oordeel.

Het hoger beroep slaagt dus niet en het ontslag houdt stand.

Bij deze bent u gewaarschuwd dat wanneer u soortgelijk gedrag vertoont, er als brandweerman sprake kan zijn van plichtsverzuim.

Lees meer

Schrapping incident uit het personeelsdossier?

Is “schrapping” uit het personeelsdossier van een militair ook echt een verwijdering van alle informatie? Zeker niet!

Dat blijkt uit onderstaande uitspraak. In deze zaak stond ik een militair bij die op een gegeven moment mede door overmatig alcoholgebruik terug moest van zijn uitzending uit het buitenland. Hij was echter onderzocht door een psychiater die vervolgens heeft geoordeeld dat de militair voor zijn handelen – volledig ontoerekeningsvatbaar – moest worden verklaard. Vervolgens is beslist tot schrapping van het hele incident uit het dossier. Later, als men van de militair af wil en nog een stok zoekt om mee te slaan, stuit men op het incident uit het verleden tijdens de uitzending. Maar die informatie was geschrapt uit het dossier, toch? Niets bleek minder waar. Men had de informatie nog en schroomde er niet voor om deze ook te gebruiken om het -in de ogen van Defensie – aanwezige alcoholmisbruik verder te onderbouwen om zo tot ontslag van de militair over te kunnen gaan.

Of het ontslag rechtvaardig was, daar kun je over van mening van verschillen, maar de Raad heeft nu overwogen dat ook informatie dat geschrapt zou moeten zijn uit het dossier gewoon gebruikt mag worden. Mijns inziens is dat een gemiste kans.

Wees dus alert wanneer men zegt bepaalde informatie uit uw personeelsdossier te houden. Dit kan later dus een wassen neus blijken te zijn!

U ben bij deze geïnformeerd en gewaarschuwd!

Mr. Robbert Poort/Advocaat

Voor de gehele uitspraak, druk hier: https://lnkd.in/gVXQz6a

Lees meer

Dat “RIECT” naar meer…

Je zou denken dat alleen justitie, althans publiekrechtelijke instanties, achter het opsporen van criminaliteit zitten, maar niets is minder waar!

Publiek- private opsporing

Niet alleen justitie, waaronder de politie, richt zijn peilen op het bestrijden van criminaliteit, maar ook privaatrechtelijke bureaus, zoals Regionale Informatie en Expertisecentra (RIEC) en het Landelijk Informatie en Expertise Centrum (LIEC), richten zich op de aanpak van criminaliteit.

Deze privaatrechtelijke bedrijven worden door de gemeente, de politie, het OM, Bijzondere Opsporingsdiensten of de Belastingdienst ingeschakeld ter bestrijding van ondermijnende criminaliteit. De RIEC’s en LIEC verbinden informatie, expertise en krachten van de verschillende overheidsinstanties. Daarnaast stimuleren en ondersteunen de RIEC’s en het LIEC de publiek-private samenwerking bij de aanpak van ondermijning.

Ondermijnende criminaliteit

Het gaat hierbij om misdaad die maatschappelijke structuren of het vertrouwen daarin schaadt. Mensenhandel, de productie van en handel in drugs, witwassen, financieel-economische criminaliteit (fraude) en cybercrime: het draait allemaal om het verdienen van zoveel mogelijk geld.

Plukze-wetgeving

Uit recente cijfers blijkt dat de Plukze-wetgeving (nog) onvoldoende financieel resultaat voor de overheid heeft opgeleverd. Wellicht is dát een reden geweest om een nauw samenwerkingsverband tussen overheidsinstanties en private instanties aan te gaan. Dit uiteraard om uiteindelijk, via een ontnemingsmaatregel, het “criminele” geld o.a. in de staatskas te kunnen laten vloeien.

Dat misdaad loont dat wisten we al, maar klaarblijkelijk niet alleen voor criminelen…..

Neem contact op

Mocht u het vermoeden hebben dat u in een dergelijke situatie verkeert of dat u inmiddels al in zo’n situatie verkeert, neem dan direct contact op met ons kantoor.

Mr. S. (Sandra) Meijer.

Lees meer

Rechter zet streep door sanctie van de RDW tot intrekking van de APK keuringsbevoegdheid

Dat het mogelijk is om zelfs vaststaand beleid van de RDW in een individuele zaak gewijzigd te kunnen krijgen, dat blijkt uit deze zaak. Wat was er aan de hand?

Een cliënt van ons kantoor, een gerenommeerde garage, voerde al 30 jaar lang APK keuringen uit zonder problemen en tot ieders tevredenheid. Bij een van de laatste steekproeven ging er alleen wat verkeerd. De keurmeester was nog even met een klant bezig en kwam zodoende per ongeluk enkele minuten te laat op de steekproefcontrole. In de regel wordt je dan eenmalig vermanend toegesproken door de controleur en dat is het dan. In dit geval echter niet: de controleur wilde een voorbeeld stellen en maakte een rapport op.

Het gevolg was dat de RDW de zaak moest beoordelen en conform het vastgestelde beleid van de RDW was er sprake van een overtreding die volgens dat vaste beleid tot een intrekking van de APK bevoegdheid voor de duur van 6 weken moest leiden. Dit zou echter een financiële strop voor onze cliënt betekenen. Zes weken lang niet kunnen keuren leidt in zijn geval tot een financiële schade van ruim € 35.000,- met mogelijk veel klantverlies tot gevolg.

Volgens de RDW is dat wellicht vervelend, maar inherent aan oplegging van de sanctie. In de wet is echter bepaald (in artikel 4:84 Awb) dat je als bestuursorgaan bij het opleggen van een sanctie altijd ook de individuele aspecten van een zaak moet beoordelen en moet betrekken bij de vraag wat voor sanctie je oplegt. Ook in het geval van – over het algemeen aanvaard beleid – zul je per geval moeten afwegen of die sanctie en toepassing van dat beleid in het specifieke geval nog wel een evenredige sanctie is.

Met cliënt voerden wij aan dat in dit geval geen sprake meer was van een evenredige sanctie. Gelet op de grootte van de gemaakte fout (een vergissing en geen moedwillige overtreding), de geschiedenis van de garage (30 jaar lang geen fouten) en de evidente nadelige gevolgen ( € 35.000,- schade en mogelijk veel klantenverlies) stonden die omstandigheden niet meer in verhouding met de intrekking van een erkenning voor de duur van 6 weken voor zowel de garage als de betrokken keurmeester. De rechter was het met ons eens en verklaarde het beroep gegrond en paste de sanctie aan naar een kortere intrekkingsduur zodat rekening werd gehouden met de belangen van de garage, maar ook de verkeersveiligheid.

Heeft u als garage een dergelijke sanctie gekregen en bent u het er niet mee eens? Neem dan contact op met ons kantoor en laat uw zaak door ons beoordelen op haalbaarheid. Wij staan u graag bij.

U bent bij deze geïnformeerd!

Robbert Poort, Advocaat.

Lees meer

Raad van State vernietigt ondeugdelijk ‘technisch’ onderzoek RDW over identiteit oldtimer

Wederom is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een technisch  identiteitsonderzoek door de RDW als onvoldoende bestempeld en is er op onjuiste gronden geweigerd om een kenteken af te geven.

Je hebt hardleers en hardleers, maar de RDW weigert simpelweg nog steeds om gevolg te geven aan een uitspraak uit 2015.

Ter herinnering: in die uitspraak van de Afdeling uit 2015 werd het kenteken van de Rangerover van een cliënt ingetrokken omdat deze ‘te mooi’ zou zijn volgens een keurmeester van de RDW. Dat was kennelijk al voldoende om een PAT-onderzoek op de auto los te laten en vervolgens doodleuk het kenteken in te trekken.

Volgens de keurmeester zou er een identificatie plaatje van de auto zijn gehaald en daardoor  kon hij niet meer vaststellen of de auto van diefstal afkomstig was. Ben je na een restauratie ineens een voertuigcrimineel geworden. Alleen in Nederland tref je zulke ijverige ambtenaren…

In de uitspraak van deze week betrof  het een ingevoerde Austin Healey, waarbij door de ‘voertuig-identificatiespecialist’ van de politie aan de hand van foto’s onderzoek was gedaan. Hij constateerde dat het een nieuw plaatje moest betreffen dat niet door de fabrikant zou zijn gefabriceerd. De Afdeling gaf de RDW nog een herkansing, maar tijdens dat onderzoek haalde die specialist ter vergelijking enkele foto’s van typeplaatjes gewoon van het internet.

Echt waar, dat is dus een ‘specialistisch’ technisch onderzoek van de RDW naar een identiteitsplaatje van een auto die al 50 jaar niet meer wordt gemaakt!

Dat de bestuursrechter bij de rechtbank te Arnhem niet gelijk gehakt maakte van dat onderzoek, is eveneens onverklaarbaar. Gelukkig was/is er nog een Afdeling bestuursrechtspraak bij de Raad van State die de burger beschermt.

De eigenaar van deze oldtimer kan voorlopig weer plannen maken om te gaan toeren met deze prachtige oldtimer.

Soms is een advocaat echt handig…

U bent geïnformeerd en gewaarschuwd!

Lees meer

Transport en schade

Naar aanleiding van een aantal vragen over (geclaimde) transportschade, is het misschien goed om aan te geven dat dit soort schades niet jaren later kunnen worden geclaimd en er ‘dodelijke’ termijnen zijn.

In een geval dat mij bijstaat, betrof het geclaimde schade van een internationaal transport in een reukvrije koel-trailer. In deze trailer werden – zoals zo vaak – meerdere goederen getransporteerd en dat gaat niet altijd goed!

Op dit soort transporten is het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer voor goederen over de weg (CMR) van toepassing. In dit geval was er een termijn van 1 jaar van toepassing op het transport en die termijn ging lopen vanaf het moment van aflevering.

De kantonrechter vond dat die termijn was verlopen. Nog erger werd het omdat degene die stelde de schade te hebben geleden, ook nog eens alle proceskosten moest vergoeden.

Soms is een advocaat echt handig…

U bent geïnformeerd en gewaarschuwd!

Lees meer